Moderne methoden om het minimaal levensvatbaar product (MLP) door te ontwikkelen

  1. Fasen en producten
    1. Pre-projectfase: nota van uitgangspunten
    2. Haalbaarheidsfase: haalbaarheidsonderzoek
    3. Fundatiefase: businesscase, geprioriteerde eisenlijst, beschrijving architectuur, beschrijving ontwikkelaanpak, realisatieplan, managementaanpak, samenvatting fundatie
    4. Ontwikkelingsfase, timeboxplan, timeboxreviewverslag, resultaat (ontwikkelend)
    5. Ingebruiknamefase: geïmplementeerd resultaat, projectreviewrapport
    6. Post-projectfase: batenbeoordeling
    7. NB: a tot en met c worden in dit boek gecombineerd in versneller 2, d en e in versneller 2 en 3, f in versneller 4.
  2. Opstellen van eisen
    1. User story. Een korte beschrijving van een functie van het op te leveren product vanuit het perspectief van de klant en gebruiker.
    2. Bepalen prioriteiten in functionaliteiten.
    3. Productiesnelheid, ‘velocity’: hoeveel functies kan een team realiseren bij een bepaalde productiecapaciteit?
  3. Timeboxfasen
    1. Start
    2. Iteratieve ontwikkeling
    3. Ingebruikname.

Twee tot vier weken in totaal.

  1. Timeboxplan

Dit is het meest gedetailleerde niveau van plannen en beschrijft de op te leveren resultaten in de timebox met de acceptatiecriteria, prioriteiten, werkvormen en betrokkenen.

  1. Leveren van kwaliteit
    1. Onderscheid proces- en productkwaliteit
    2. Definition of Done (DoD). Dat begrip komt specifiek uit de Scrum-methode en beschrijft wat er klaar moet zijn wil een product als gereed worden beschouwd.
  1. Beheersen en rapporteren
    1. Baten: het eerste increment levert eigenstandige resultaten op. De belangrijkste input voor increment twee.
    2. Tijd: die staat vast in agile projecten. Daarbinnen realiseer je functionaliteiten op basis van prioriteitsvolgorde. Maximaliseer het aantal must-have functionaliteiten tot 60% van het totaal. Anders is er geen ‘slack’.
  2. Technieken
    1. Teambord: een eenvoudig hulpmiddel om de meest belangrijke informatie over het project zichtbaar te maken.
    2. Ter bepaling van hoeveel functies kunnen worden gerealiseerd binnen de overeengekomen kosten en tijd. Technieken: de T-shirtschatting (S, M, L, XL), functiepuntanalyse, Planning Poker.
    3. Burn-downgrafiek: een grafiek waarbij per timebox de hoeveelheid nog te realiseren functies wordt aangegeven voor respectievelijk must-have-, should-have- en could-have-functionaliteiten. Dagelijks door de teammanager bij te werken, voorafgaand aan de stand-ups ter bewaking van de voortgang van een timebox.
    4. Burn-upgrafiek: het tegenovergestelde. Met deze grafiek bewaakt de teammanager de voortgang van het hele project.
    5. Gefaciliteerde workshops
    6. MoSCoW-prioritering. De prioriteringstechniek van de AgilePM-methode: must-have (vuistregel 60%), should-have (vuistregel 20%), could-have (vuistregel 20%) en won’t have.
    7. Businesscase: worst-case, expected-case en best-casescenario’s.
    8. Planning Poker: een techniek om schattingen in teamverband mee uit te voeren. In essentie: een team schat de hoeveelheid werk en gebruikt kaarten op basis van de Fibonacci-reeks. De hoogste en laagste schatter lichten hun keuze toe. Dit wordt drie maal herhaald totdat consensus wordt bereikt.
  3. Succesfactoren
    1. Agile moet een echte competentie zijn. Vergeet het anders.
    2. Mandaat voor het ontwikkelteam.
    3. Focus en betrokkenheid van de gebruikers en de top.
    4. Continuïteit en beschikbaarheid teamrollen.
  4. Scrum
    1. Scrum is een van de meest populaire en bekende methoden onder de agile paraplu. Met grote overeenkomsten, maar ook enkele belangrijke specifieke kenmerken
    2. De geprioriteerde eisen en functionaliteitenlijst heet een product-backlog.
    3. Daaruit wordt afgeleid welke functies in een eerste release gerealiseerd moeten worden, de release-backlog. Dat gebeurt in de releaseplanning-workshop.
    4. Die wordt onderverdeeld in een aantal sprints.
    5. Elke sprint wordt onderverdeeld in nog kleinere porties, de sprint-backlogs. Deze worden in Start of Sprints workhops (SoS) vastgesteld en gepland in de Sprintplanning-workshops.
    6. Aan het eind van een sprint wordt een end-of-sprint meeting gehouden.
    7. Aan het eind van een sprint wordt ook een evaluatie, een retrospectief, gehouden.
    8. Het in productie nemen van het product-increment na ontwikkeling en testen.
    9. Organisatie: Scrum onderscheidt de producteigenaar, de Scrum Master en overige teamleden.
    Bronnen: Sander Hoogendoorn, Dit is agile (Pearson Education, 2012) en Bert Hedeman, Henny Portman en Ron Seegers, Managen van agile projecten (Van Haren Publishing, 2014)

Strategie = Executie. Sneller verbeteren, vernieuwen en innoveren

Hoe kunnen organisaties strategie-executie tot nr.1 prioriteit verheffen? En sneller verbeteren, vernieuwen én innoveren? Dat beschrijf ik in Strategie = Executie. Deze publicatie is gebaseerd op het onderzoek dat Turner twee jaar geleden startte naar de succesfactoren van strategie-executie & innovatie. We interviewden 60 bestuurders en professionals en analyseerden meer dan 75 cases, 300 relevante boeken en artikelen.

  • Amerikaans managementboek van het jaar 2021, Nr 1 in de categorie strategisch management, in de bestseller top 100, zevende druk, vertaald in het: Engels, Duits, Spaans, Russisch en Indonesisch.
  • Selectie belangrijkste managementboeken volgens CEO’s van innovatieve organisaties (FD nieuwe kampioenen). Opgenomen in bibliotheek van klassiekers (MB.nl).
  • Genomineerd voor managementboek van het jaar.
  • Talloze artikelen en interviews in o.a. FD, Emerce, Frankwatching en CFO.
  • 24 aanbevelingen van topbestuurders.
  • Talloze ted-talks en incompany workshops bij de top 25-50 organisaties, gemiddelde waardering 8,7.

Contact

We leren je graag kennen. Neem contact op voor een kennismaking.

Huize de Boom
Arnhemseweg 107
3832 GK Leusden

Telefoon: +31 (0)33 – 285 93 00
Email: info@turner.nl

BLIJF OP DE HOOGTE